donderdag 30 juni 2011

Ariadne


Herbert James Draper - Ariadne (1898)


   Eens dwaalde Ariadne, de dochter van koning Minos, op het eiland Naxos over haar onbekende stranden. Daar liep ze gekleed in een los nachthemd, op blote voeten, haar blonde haren vrij in de wind, luid klagend tegen de golven over de ontrouw van Theseus, die haar hier had achtergelaten, nadat ze hem had geholpen de uitgang te vinden van het labyrint, door hem een draad mee te geven.



Annibale Carracci - Triumph of Bacchus and Ariadne (1597 - 1602)


   Daar klonken opeens over het wijde strand bekkenklanken, geluiden van tamboerijnen en verscheen een bonte stoet van bacchanten en satyrs, de oude Silenus op een ezel en tenslotte de god Bacchus op zijn wagen, bekranst met duiventrossen en voortgetrokken door een span tijgers. Ariadne viel van vrees in zwijm en raakte behalve haar kleur en stem ook de herinnering aan Theseus kwijt.
   Bacchus sprak: "Vrees niet, zie, ik hier zal een trouwer verzorger voor U zijn. Ariadne, ge zult de gade van god Bacchus worden. Als huwelijksgeschenk geef ik U den hemel en aan dien hemel zult ge voortaan als een ster fonkelen en dikwijls zal Uw sterrenkroon (Corona) weifelende zeelieden den juisten koers wijzen!"
   Daarna sprong hij van de wagen op het zand, drukte haar tegen zijn borst - waarom zou ze zich verweren - en voerde haar weg. Zo alvermogend zijn de goden!
   Een deel van zijn gevolg zong het bruiloftslied "Hymenaeë", de anderen juichten: "Euhion, euhoë!", de vreugdezang der Bacchanten. Zo werd het huwelijk van de bruid en de god plechtig gesloten.

(vrij naar Ovidius)



Paolo Veronese - Ariadne, Venus and Bacchus (1576)
.


Alessandro Turchi (1630)
.


Cesar van Everdingen (1660)
.


Sebastiano Ricci (1713)
.


John Vanderlyn (1808 - 1812)
.



John William Waterhouse (1898)
.

    Het verhaal van Ariadne, zoals opgetekend door Ovidiius en eerder door Homerus, heeft niet alleen vele kunstenaars geïnspireerd, maar ook schrijvers en filosofen.
   In het werk van Friedrich Nietzsche duikt Ariadne op als de vrouw, waar hij altijd naar op zoek is geweest. In zijn vereenzelviging met Dionysos, de Griekse naam voor Bacchus, groeit Ariadne uit tot een metafoor voor de waarheid, die schuilgaat achter de zintuiglijke wereld, achter de sluiers van de schone schijn.
   Het gaat te ver om dit alles hier uit de doeken te doen.

   Wer weiss ausser mir, was Ariadne ist!” (Nietzsche)



Lovis Corinth (1913)
.