dinsdag 9 september 2014

Vinden jullie Marlene Dumas echt zo goed?


Marlene Dumas in het Stedelijk Museum, september 2014
.

   ‘Vinden jullie Marlene Dumas echt zo goed?’ zo vraagt Sander van Walsum zich vandaag in de Volkskrant vertwijfeld af. Hij ergert zich aan de onzinnige teksten waar kunstrecensenten als Joost Zwagerman en Hans den Hartog Jager zich aan te buiten gaan, het pathos waarmee zij de recent geopende Marlene Dumas tentoonstelling in het Stedelijk Museum overladen.
   ‘Waarom moet er over kunst altijd eerbiedig worden geschreven? Waarom moet de meest individuele expressie überhaupt worden geïnterpreteerd? Zou een kunstwerk niet zonder tekst en uitleg kunnen? Heeft het niet genoeg aan zichzelf?’ zo klinkt het ietwat wanhopig.



Marlene Dumas - Group Show (1993)
.

   Marlene Dumas is ‘hot’, je moet er geweest zijn om er over mee te kunnen praten. Haar werk is op een vreemde manier onaf, laat ruimte voor vrije interpretatie - koren op de molen voor moderne kunstminnaars. Je kunt eindeloos filosoferen over wat ze bedoeld kan hebben, waarmee ze in haar leven als kunstenaar geworsteld heeft, waarmee ze ons als kijker wil confronteren. ‘Mooi’ lijkt een achterhaald concept, daar gaat het helemaal niet om.



Bronze Me (1998)
.

   Terug naar de vraag ‘Vinden jullie Marlene Dumas echt zo goed?’ Die kan ik voor mezelf alleen maar met een volmondig ‘ja’ beantwoorden. Ik vind Marlene Dumas geweldig, kan haast niet wachten om naar het museum te rennen. Waarom? Haar werk raakt me, fascineert me, sterker nog, ik zou haast zeggen, ik vind het... Ach, kijk zelf maar...



Losing her Meaning (1988)
.


Passion (1994)
.


The Painter (1994)
.


The Visitor (1995)
.


Naomi (1995)
.


Silver Staller - Sunset - Silver Plated (1996)
.


D-rection (1999)
.


Handy (1999)
.


The Kiss (2003)
.


The Pilgrim (2006)
.


Blindfolded Man (2007)
.


Dead Marilyn (2008)
.


For Whom The Bell Tolls (2008)
.


Marlene Dumas in front of Self  Portrait 
The Sleep of Reason (2009)
.

zaterdag 5 april 2014

Zwagerman kiest... zwangere vrouwen



Lucebert (1976)
.

   “Deze tentoonstelling is de uitkomst van ‘spoorzoeken’ in het depot van het Teylers Museum. Ik begaf mij op het speelveld van de ‘ars combinatoria’ en schakelde tussen 17de eeuw en 20ste eeuw, tussen toen en nu; traditie en (post-)modernisme, maar ook tussen ‘verstild’ en ‘wild’, tussen de klare lijn en diffuse vormen, op zoek naar ‘beeldrijm’ en onverwachte gelijkenissen tussen grootmeesters van de figuratie en abstractie…”

   Aldus Zwagerman in een begeleidend schrijven van de kunstwerken die hij voor de gelegenheid uit het depot van het Teylers Museum in Haarlem heeft gevist. Een merkwaardig samenraapsel is het geworden, dat zeker, maar is het ook voor elk wat wils?

   Het is maar net hoe je het bekijkt. De abstracte werkjes konden me niet zo bekoren. Ik heb het niet zo op klare, rechte lijnen en subtiele vlakverdelingen, ben meer een man van natuurlijke rondingen. Ik schaar me achter Picasso wanneer hij stelt dat elk waarachtig kunstwerk ontspringt uit erotische motieven (mijn woorden)
   En wat te denken van Nietzsche, die kunst ziet als een bemiddeling van dionysische driften, waarin de wil tot macht zich manifesteert en het apollinische verlangen om deze afgrondelijke waarheid om te vormen en te bedekken met een sluier van schone schijn…
  
   Bent u daar nog? Gelukkig valt er bij de keuze van Joost ook een en ander te genieten. Zo heeft hij twee van mijn favoriete kunstenaars, hoe verschillend ook, zo maar naast elkaar gehangen, vanwege een meer dan thematische verwantschap.



Marlene Dumas (1984)               -              Rembrandt van Rijn (1631)


  Fascinerend dat het waterige werk van Marlene Dumas zo’n onuitwisbare indruk kan maken. Pure magie die op geheel andere wijze ook van de etsen van Rembrandt afdruipt. Daar is het schoonheid op de vierkante millimeter. Neem een loep mee en er gaat een wereld voor je open.

   We verlaten de tentoonstelling om op zoek te gaan naar meer - zwangere vrouwen wel te verstaan…



Raphael (1507)
.


Muhammad Arzani (1722)
.


Vincent van Gogh (1882)
.


Paula Modersohn Becker (1906)
.


Gustav Klimt (1907)
.


Egon Schiele (1910)
.


Otto Dix
.


Lucian Freud (1961)
.


Ron Mueck
.


Victor Lyapkalo
.

Teylers Museum t/m 14 juni 2014
.

vrijdag 31 januari 2014

Vrouwen van Franklin Street



John Currin - De Vrouwen van Franklin Street (2009)
.

  Glimlachend kijkt ze ons aan. Onbevangen en onbeschaamd gunt ze ons een blik op haar intieme delen en laat zich gewillig betasten door twee andere vrouwen. Het goudkleurig ledikant met sierlijke poten wacht uitnodigend. Een wit porseleinen theeservies op de voorgrond - Anyone for tea, ladies?
    We bevinden ons in het boudoir, het domein van de vrouw des huizes, waar ze zich niet alleen kan terugtrekken om zich te wassen of te kleden, maar zich ook ongestoord kan overgeven aan het liefdesspel. Rechtsboven zien we iets dat lijkt op een reusachtige zeepbel, alsof de droom op het punt staat uiteen te spatten, de betovering elk moment kan worden verbroken.




   ‘De vrouwen van Franklin Street’ van de Amerikaanse schilder John Currin was enkele jaren geleden te bewonderen als discussiestuk in het Frans Hals Museum, zoals op dit moment Stardust van Glenn Brown daar te zien is.
   Met zijn klassieke manier van schilderen, met name in zijn voorliefde voor enige perspectivische overdrijving in de weergave van het lichaam, laat Currin zien dat hij goed gekeken heeft naar de 16e eeuwse Maniëristen.








   Helemaal niet zo gek dus om zijn werk te confronteren met dat van Haarlemse meesters als Hendrick Goltzius, Cornelis Van Haarlem en Maarten van Heemskerck.



Cornelis van Haarlem - De Bruiloft van Peleus en Thetis (detail, 1593)


    Maar geheel anders dan bij de Maniëristen worden we bij de eigentijdse Currin niet getrakteerd op religieuze extase of mythologische verbeelding maar op zinnenprikkelende voorstellingen van aardse lust.




   Tijd voor een anekdote. Weet je wie ik hier tegenkwam? Joost ‘mag het weten’ Zwagerman. Met kordate passen stapte hij de zaal binnen om een blik te werpen op de vrouwen van Franklin Street. Hij had zijn jas nog aan. Een begripvol knikje en weg was hij al weer. Toen ik enkele minuten later de zaal uitliep, zag ik hem net drie, vier zalen verder op, aan het einde van de gang de hoek omslaan. Hij hield het voor gezien. Vond hij er maar weinig aan? Heeft een kennersblik aan één oogopslag genoeg? Had hij andere dringende bezigheden? Een druk bezet baasje, dat in elk geval.




    Maar het verhaal is nog niet afgelopen. Dezelfde avond (of de avond daarop, daar wil ik vanaf zijn) was Joost te gast bij ‘De wereld draait door’ en praatte honderduit over de wonderlijke wereld van John Currin. Zijn betoog nam meer minuten in beslag dan zijn bezoek aan het Frans Hals Museum. Joost is meer een prater dan een kijker – dat wisten we al, anders had hij wel Zwijgerman geheten. Het zal je zwager, man maar wezen, altijd en overal het hoogste woord.
   Genoeg gekletst – hoogste tijd om onze ogen de kost te geven en in stilte te genieten…












   “There’s a kind of comedy in making paintings of this. Pornography is so associated with photography, and so dependent on the idea that the camera doesn’t intercede between you and the subject. One motive of mine is to see if I could make this clearly debased and unbeautiful thing become beautiful in a painting.” – John Currin




Pornografie? Jazeker, maar bovenal kunst en dan mag het!
.
Even afkoelen.



John Currin
.

donderdag 16 januari 2014

Alledaagse schoonheid



Felix Vallotton - Vrouw met zwarte hoed (1908)
.

   Haar gezicht half in de schaduw, de ogen neergeslagen. De zwarte omslagdoek is van de schouders gegleden, een fraai gevormde borst onthullend, de naakte huid badend in het licht. Probeert ze ons te verleiden? Slaagt ze hier ook in? Het is maar hoe je het bekijkt.

   Met dit werk demonstreert Felix Vallotton zijn vaardigheid als klassiek portretschilder. Toch neemt hij tegelijkertijd afstand van de traditie, door niet een welgestelde dame met fijne aristocratische trekken te portretteren, maar een gewone vrouw met ‘een alledaags, bijna saai gezicht’. Aldus de begeleidende tekst in de Hermitage Amsterdam waar dit schilderij op dit moment is te bewonderen.
   ‘Gauguin, Bonnard, Denis’ luidt de naam van de huidige tentoonstelling aldaar. Dat betekent in de praktijk slechts drie werken van Gauguin, iets meer van Bonnard en een flink aantal van Denis. Een kniesoor die daar op let, want er valt genoeg te genieten. Zo zijn er ook werken te zien van minder bekende kunstenaars die zich rond 1900 samen met Bonnard en Denis hadden verenigd onder de naam les Nabis, waaronder Vuillard en Vallotton.
   ‘In tegenstelling tot de impressionisten, die vooral momentopnames van licht in de natuur proberen te vatten, leggen de Nabis [in navolging van Gauguin] de nadruk op kleur, expressie, symbool en verbeelding - ze banen het pad voor de vrije abstracte kunst,’ zo valt in de begeleidende folder te lezen.

   Terug naar de gewone vrouw met het ‘alledaagse, bijna saaie gezicht’. Kwam het door deze frase dat ik wat langer bij haar stil bleef staan? In elk geval voelde ik al snel verontwaardiging opkomen. Hoezo saai? Te gewoontjes voor de fijnbesnaarde smaak van deze kunstkenner? Wat verbeeldt hij zich wel? Hoe durft hij deze vrouw zo te beledigen? Wat een verwaande kwast om zoiets te schrijven?
   Hoe langer ik naar de vrouw keek, hoe mooier ik haar gezicht vond worden. Geen onnodige opsmuk. Alleen een dun gouden halskettinkje en een roze strik op de hoed als subtiele accenten. De opengevallen omslagdoek, die niet alleen wil verleiden, maar ook haar kwetsbaarheid blootgeeft. Ontroering maakte zich van mij meester…
   Opeens bekroop mij een gevoel van herkenning. De vrouw deed me aan iemand denken, maar aan wie? Ik kon haar niet thuisbrengen - ook nu ik dit stukje zit te tikken nog altijd niet. Misschien is dit wel de kracht van dit portret, straalt het gezicht van de vrouw een alledaagse schoonheid uit, is het alsóf je haar kent, haar net nog bent tegengekomen – allesbehalve saai!

   Zijn er eigenlijk wel vrouwen met saaie gezichten? Is niet iedere vrouw mooi op haar eigen manier, voor wie het wil zien, voor wie er oog voor heeft?
   Ter afsluiting en illustratie hierbij een aantal andere portretten van Felix Vallotton - gezichten van vrouwen, je blijft er naar kijken…



Portret van Juliette Lacour
.






Modellen
.


Portret van Marthe Mellot (vrouw van Alfred Natanson)
.


Vrouw met kruik
.


Portret van Gabrielle Vallotton
.


Portret van Madame Hasen
.


Koketterie
.


Zwarte vrouw
.


Jonge vrouw met hoofddoek
.


Het gele laken
.
Felix Vallotton
.