dinsdag 5 april 2011

Dicht op de huid


Yigal Ozeri - Jessica and Adam in the park, 2009


   Op Art Amsterdam 2009 maakte ik voor het eerst kennis met het werk van Yigal Ozeri. Van tientallen meters afstand werd ik door de voorstelling aangesproken, door het magische realisme aangetrokken. Toen ik dichterbij kwam, kon ik het nauwelijks geloven - olieverf, uiterst geraffineerde penseelstreken.
   Op enige afstand ben ik vervolgens blijven kijken naar de reacties van toeschouwers, naar de verbaasde gezichten, met de neus op het doek om zich ervan te vergewissen dat het geen foto was, maar echt geschilderd.
   Laten we een ander werk erbij pakken en het eens van dichtbij bekijken.





Priscilla in Ecstasy, 2008

   De voorstelling doet denken aan de Ophelia van Millais uit het verhaal van Shakespeare, die bezweek onder een tragische, onbeantwoorde liefde en er in verdronk.
   Het gezicht van Priscilla, haar hand, de bloemetjes – alles is met de grootst mogelijke precisie weergegeven, alsof ze voor je ogen tot leven komt.

   De hippe heren van Trendbeheer hadden er in hun evaluatie destijds geen goed woord voor over, rekenden zijn werk tot de dieptepunten van het jaarlijkse evenement.
   ‘Ozeri draait er zijn kwast niet voor om een volgend sletje tevoorschijn te toveren,’ zo luidde het vernietigende oordeel.
    Voor deze heren is realisme kennelijk een goedkoop trucje, een imitatie, een vorm van bedrog, die niet thuishoort in de wereld van de ware, lees abstracte of conceptuele kunst.



Priscilla on Horseback, 2008

   Ieder zijn smaak, maar – nog afgezien van de denigrerende toon – je kunt op zijn minst waardering tonen voor de technische beheersing van zijn schilderwerk.
    Toch kun je je afvragen wat de kunstenaar beweegt om de werkelijkheid zo dicht op de huid te willen zitten. Techniek schept niet alleen mogelijkheden, maar kan ook een valkuil blijken te zijn, een lege vorm voortbrengen.
    Laten we de techniek even vergeten en terugkeren naar de voorstellingen zelf.




Jana and Jessica in the field, 2009

   Wat me opvalt is de losse, ogenschijnlijk toevallige compositie van deze voorstellingen. Eigenlijk versterkt dit het realisme alleen maar, alsof er een matige fotograaf aan het werk is geweest, die snel wat plaatjes heeft geschoten van mooie meisjes, die zijn pad kruisten.
   Zo zien we twee naakte meisjes, vlak bij elkaar op een groot, leeg korenveld op een klaarblijkelijk zonnige nazomermiddag. Meer dan de helft van het immense doek bestaat uit minutieus geschilderde korenhalmen. Waarom is de schilder niet wat dichterbij gaan staan?
   Door de omvang van het doek zijn de meisjes nog altijd groot en levensecht. Tegen de grote, weinig sprekende achtergrond komen ze op je af, word je naar ze toegetrokken.




   Goedkoop effectbejag? Wat mij betreft is er meer aan de hand en schuilt daarin de kern van zijn werk.
   In alle doeken speelt naast de meisjes de natuur een grote rol. Soms lijkt deze overweldigend, zoals in het schilderij van Priscilla in het water. Maar ook in de minder dramatische voorstellingen worden de meisjes geplaatst in een omvattende natuur. Soms is dat een weelderig park, een donker of mistig bos, dan weer een woeste zee of een verlaten korenveld.
   De natuur vormt het ideale decor voor de vanzelfsprekende naaktheid van de meisjes. We keren terug naar de onschuld van het paradijs.



Priscilla in Moss, 2008

   Als we er op deze manier naar kijken, zien we in deze schilderijen geen goedkoop tevoorschijn getoverde sletjes, maar ervaren we een terug naar de natuur, een nostalgisch verlangen naar een verloren gewaande werkelijkheid. Zo worden we een atmosfeer binnengezogen, die met digitale fototechnieken niet valt te bereiken, beleven we ware schilderkunst – voor wie er oog voor heeft, natuurlijk.  
  


Adam and Jessica, 2009

.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten