dinsdag 1 maart 2011

Dame met marionet



  We zien een aantrekkelijke, prachtig uitgedoste vrouw aan tafel zitten. In haar linkerhand houdt ze een in elkaar gezakte lappenpop omhoog. Het is de man die ze heeft verleid en in haar macht heeft gekregen. Haar rechterhand steekt in een zijden handschoen en houdt een waaier vast, symbool van lichtzinnigheid.
 
    Het is de eerste tekening van een serie van vier van de ‘dame met marionet’, waarmee de Waalse kunstenaar Félicien Rops op treffende wijze zijn visie op de vrouw als manipulerend wezen verbeeldt. Het is een visie die kenmerkend is voor de late negentiende eeuw, waarin hij leefde. De vrouw wordt gezien als een femme fatale, een verleidelijk wezen dat het hoofd van de man op hol brengt en hem uiteindelijk naar de ondergang leidt.




In deze tweede prent heeft de eigentijdse huiskamer plaats gemaakt voor een klassiek decor dat wemelt van de symbolen.
    De sfinx, symbool van de vrouw als mysterieus en gevaarlijk wezen ligt op de achtergrond te waken. De vrouw leunt tegen een marmeren altaar waarop een skelet de dans leidt voor een stoet van brave burgers. Daaronder zien we de buste van een faun en de kop van een bok, allebei symbolen van ontucht.
    Uit de lappenpop vallen gouden muntstukken. De vrouw berooft de man niet alleen van zijn verstand, maar ook van zijn geld. Ecce homo, ziehier wat er van de man geworden is.
 
    Dit alles wil de man niet zien. Hij heeft slechts oog voor de vrouw. Verleidelijk toont zij hem haar fraai gevormde borsten. Dat is wat hij wil zien. Het is haar schoonheid waar hij zich aan wil laven, waar hij onweerstaanbaar door wordt aangetrokken, die hem machteloos maakt. Ook ik kan de verleiding niet weerstaan dichterbij te komen.


 

   Is ze niet prachtig? Maar zoals al gezegd, haar schoonheid is misleidend en voert de man naar de afgrond.




    Het tafereel wordt bloediger, de blik van de vrouw triomfantelijker. Ze lijkt van haar rol te genieten. Het altaar is vervangen door een waterbekken, waaromheen een slang kronkelt met een appel in de bek, een rechtstreekse verwijzing naar de zondeval. De jurk van de vrouw is rood en in haar linkerhand houdt ze een bebloed mes. We lijken getuige van een duivels ritueel waarin de vrouw een priesteres is, die de man ten offer brengt.
    Aan de voet van het bekken zit een hansworst op een plaats waarop in veel klassieke voorstellingen Eros zit. Het zijn echter geen liefdespijlen die hij richt, maar een stok met een als nar vermomd doodshoofd. De boodschap is duidelijk, we bevinden ons in een wereld die geregeerd wordt door de vrouw, de waanzin en de dood.

 
 

De vierde en laatste versie lijkt wat ingetogener. De scène is minder kleurrijk, de jurk van de vrouw zwart. De nar is verdwenen, wat de verwijzing naar de zondeval nog explicieter maakt. De tafelpoot is een boom, waar de slang zich omheen slingert. In de woorden van Rops: ‘de man is marionet van de vrouw, de vrouw marionet van de duivel.’
 
    Ondanks zinnenprikkelende afbeeldingen van uitdagende vrouwen vertelt Rops ons uiteindelijk een oeroud bijbels verhaal. Het is dit spanningsveld dat zijn beelden zo krachtig maakt. Het is misschien geen vrolijke boodschap, die hij ons brengt, maar wel eentje die inspiratie heeft gegeven tot prachtige prenten.
  
   Hoe het ook zij, of we het nu leuk vinden of niet, het is de verleiding die blijft trekken, het verlangen dat ons in beweging houdt en wat mij betreft, gelukkig maar.

.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten