vrijdag 31 januari 2014

Vrouwen van Franklin Street



John Currin - De Vrouwen van Franklin Street (2009)
.

  Glimlachend kijkt ze ons aan. Onbevangen en onbeschaamd gunt ze ons een blik op haar intieme delen en laat zich gewillig betasten door twee andere vrouwen. Het goudkleurig ledikant met sierlijke poten wacht uitnodigend. Een wit porseleinen theeservies op de voorgrond - Anyone for tea, ladies?
    We bevinden ons in het boudoir, het domein van de vrouw des huizes, waar ze zich niet alleen kan terugtrekken om zich te wassen of te kleden, maar zich ook ongestoord kan overgeven aan het liefdesspel. Rechtsboven zien we iets dat lijkt op een reusachtige zeepbel, alsof de droom op het punt staat uiteen te spatten, de betovering elk moment kan worden verbroken.




   ‘De vrouwen van Franklin Street’ van de Amerikaanse schilder John Currin was enkele jaren geleden te bewonderen als discussiestuk in het Frans Hals Museum, zoals op dit moment Stardust van Glenn Brown daar te zien is.
   Met zijn klassieke manier van schilderen, met name in zijn voorliefde voor enige perspectivische overdrijving in de weergave van het lichaam, laat Currin zien dat hij goed gekeken heeft naar de 16e eeuwse Maniëristen.








   Helemaal niet zo gek dus om zijn werk te confronteren met dat van Haarlemse meesters als Hendrick Goltzius, Cornelis Van Haarlem en Maarten van Heemskerck.



Cornelis van Haarlem - De Bruiloft van Peleus en Thetis (detail, 1593)


    Maar geheel anders dan bij de Maniëristen worden we bij de eigentijdse Currin niet getrakteerd op religieuze extase of mythologische verbeelding maar op zinnenprikkelende voorstellingen van aardse lust.




   Tijd voor een anekdote. Weet je wie ik hier tegenkwam? Joost ‘mag het weten’ Zwagerman. Met kordate passen stapte hij de zaal binnen om een blik te werpen op de vrouwen van Franklin Street. Hij had zijn jas nog aan. Een begripvol knikje en weg was hij al weer. Toen ik enkele minuten later de zaal uitliep, zag ik hem net drie, vier zalen verder op, aan het einde van de gang de hoek omslaan. Hij hield het voor gezien. Vond hij er maar weinig aan? Heeft een kennersblik aan één oogopslag genoeg? Had hij andere dringende bezigheden? Een druk bezet baasje, dat in elk geval.




    Maar het verhaal is nog niet afgelopen. Dezelfde avond (of de avond daarop, daar wil ik vanaf zijn) was Joost te gast bij ‘De wereld draait door’ en praatte honderduit over de wonderlijke wereld van John Currin. Zijn betoog nam meer minuten in beslag dan zijn bezoek aan het Frans Hals Museum. Joost is meer een prater dan een kijker – dat wisten we al, anders had hij wel Zwijgerman geheten. Het zal je zwager, man maar wezen, altijd en overal het hoogste woord.
   Genoeg gekletst – hoogste tijd om onze ogen de kost te geven en in stilte te genieten…












   “There’s a kind of comedy in making paintings of this. Pornography is so associated with photography, and so dependent on the idea that the camera doesn’t intercede between you and the subject. One motive of mine is to see if I could make this clearly debased and unbeautiful thing become beautiful in a painting.” – John Currin




Pornografie? Jazeker, maar bovenal kunst en dan mag het!
.
Even afkoelen.



John Currin
.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten