zaterdag 26 februari 2011

Betoverd door vrouwen


John William Waterhouse - The Scorceress (1911)
.

    Ze zit voorovergebogen. Haar ellebogen leunen op een marmeren tafel. De zachtheid van de huid van haar bovenarmen is haast voelbaar. De handen sierlijk gevouwen onder een volle krachtige kin. Het koperkleurige haar in een knot bijeen gehouden. We volgen haar schuin wegkijkende blik. Wat ziet ze daar? Ziet ze wel iets? Gaat ze niet eerder volledig op in gedachten? Waar zou ze aan denken? Aan een verloren geliefde of aan een ongewisse toekomst?  
   Ze lijkt zich nauwelijks bewust van haar omgeving. Maar is dat wel zo? Geeft de omgeving niet eerder uitdrukking aan haar gevoelens, aan verlangens die er in schuilgaan? Rechts van haar staat een glazen karaf met een helderrode vloeistof. Daarachter een opengeslagen boek met de afbeelding van een geometrische figuur. Aan de andere kant van de tafel, tegenover haar is een drinkkelk omgevallen. De vloeistof vormt een plasje op de tafel. Daarachter doemt vanuit het donker een roofdier op. De bek staat halfopen. Zijn ene poot rust op het tafelblad. Heeft hij de beker zojuist omgegooid? Met bloeddorstige ogen loert de gevlekte panter naar de jonge vrouw. Ze lijkt zich van geen enkel gevaar bewust. Wat is hier in godsnaam aan de hand?

   Wanneer we het onderschrift lezen, The Scorceress en ons verdiepen in de mythe die de schilder hier verbeeldt, worden ons antwoorden aangereikt. De tovenares is Circe, die haar tegenstanders verandert in tamme roofdieren door ze magisch gif te laten drinken. Ze denkt aan Odysseus op wie ze verliefd is geworden, nadat hij ongevoelig bleek te zijn voor haar toverkunsten. Hij heeft haar zojuist verlaten om weer op reis te gaan.
   Het gehele tafereel baadt in een helder oranje licht. Daarachter is het donker. Ontwaren we daar de gewelven van een binnenruimte of gloort in de verte tussen de bomen het vale licht van de buitenwereld? Blijven we gevangen in de droomwereld of is er toch een mogelijkheid om te ontsnappen?

    John William Waterhouse is een Engelse schilder die leefde rond de vorige eeuwwisseling. Zijn voorstellingen zijn ontleend aan Griekse mythen en Keltische legenden, zoals deze verteld zijn door Homerus, Shakespeare en Tennyson.
   Zo herkennen we op zijn schilderijen niet alleen Circe, maar ook Pandora die heel voorzichtig een blik in de gouden doos werpt, Thisbe die haar oor te luister legt om iets van haar geliefde te kunnen opvangen en Narcissus die meer oog heeft voor zijn eigen spiegelbeeld dan voor de beeldschone nimf Echo, die tot niets anders in staat is dan zijn woorden te herhalen.



Echo and Narcissus (1903)
.

Pandora (1896)
.


Thisbe (1909)
.
.
  
Lady of Shalott (1888)
.
    Maar we maken ook kennis met minder bekende verhalen, zoals dat van Lady Shalott. We zien haar in een wit gewaad alleen in een boot op het water. Een prachtig geborduurd kleed hangt half in het water. Het schilderij is rijk aan details, maar het is vooral de blik van de jonge vrouw die fascineert en vragen oproept. Met geheven kin en opgetrokken wenkbrauwen kijkt ze in de verte. Ze zoekt naar Lancelot met ogen die zowel angst als verlangen lijken te verraden. Twee van de drie kaarsen zijn al uitgeblazen, tekenen van een naderend onheil.



Miranda, The Tempest (1916)
.

   Voorts is er het verhaal van Miranda in de storm. We zien haar met wapperende rode haren
schuin achterover leunend om niet omver te worden geblazen. Ze staat op een rotsachtige kust
over een kolkende zee uit te kijken. In de verte dreigt een middeleeuws zeilschip op de klippen te
lopen.



Hylas and the nymphs (1900)
.

   En wie wordt er niet geroerd door het schilderij van Hylas en de waternimfen? Met hun prille blanke borstjes drijven ze tussen de waterlelies. Met jonge vragende ogen kijken ze vol verwachting in de richting van de onweerstaanbare Hylas, die op het punt staat onder water te worden getrokken. Zijn we hier niet stilletjes getuige van een welhaast te intiem schouwspel?




    Waterhouse schildert zijn heldinnen, zijn Circe, Ariadne en Ophelia in een heldere transparante stijl, met een lichte trefzekere toets. Elk schilderij vertelt een verhaal. Maar je hoeft het verhaal niet eens te kennen om er door betoverd te raken. Je kunt er tijden naar kijken, je ogen de kost geven, er in verdwalen, zelf je vragen stellen en er je eigen verhaal van maken.



 Decamerone (1916)
.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten