John Everett Millais - Ophelia (1851)
.
There, on the pendent boughs her coronet weeds
Clambering to hang, an envious sliver broke;
When down her weedy trophies and herself
Fell in the weeping brook. Her clothes spread wide;
And, mermaid-like, awhile they bore her up:
Which time she chanted snatches of old tunes;
Shakespeare, Hamlet Act IV Scene VII
.
Het is al meer dan vierhonderd jaar geleden dat Shakespeare haar ten tonele voerde en haar op een tragische en poëtische wijze liet verdrinken, maar nog altijd is Ophelia springlevend. Keer op keer heeft ze kunstenaars weten te inspireren, niet alleen 19e eeuwse prerafaëlieten, zoals Millais en Waterhouse maar ook hedendaagse schilders en fotografen.
Zoveel mocht duidelijk worden uit de expositie ‘Ophelia, Sehnsucht, melancholie en doodsverlangen', die in 2009 in het Museum Moderne Kunst in Arnhem te bewonderen viel.
Waarom maakt de vrouwfiguur van Ophelia ook nu nog een enorme indruk? Allereerst is er het tragische verhaal waarin ze wordt opgevoerd als de afhankelijke femme fragile, als de natuurlijke tegenhanger van haar verleidelijke zus, de sterke femme fatale.Door de onmogelijke liefde voor Hamlet, die maar niet voor haar kan kiezen, het vertrek van haar broer en de moord op haar vader door toedoen van diezelfde Hamlet, ziet Ophelia de belangrijkste mannen in haar leven onbereikbaar worden. Ze vlucht in de waanzin en vindt rust in de dood.
Maar er is meer aan de hand dan deze op zich al verontrustende feiten. Het is vooral de natuursymboliek die het verhaal omgeeft, die de scène een mysterieuze aantrekkingskracht geeft, die het verlangen naar gene zijde haast voelbaar maakt. Op het schilderij van Millais zien we Ophelialiggen, eenzaam in het zowel zuigende als zuiverende water, omgeven door een bed van bloemen, die ze zojuist heeft geplukt. Ze zweeft tussen hemel en aarde en laat zich zingend naar een andere wereld drijven, wat eerder als een verlossing dan als een verlies wordt ervaren.
Zo is Ophelia in de verbeelding uitgegroeid tot een metafoor van het verlangen naar een andere wereld, naar een bevrijding van de teleurstellende, grauwe werkelijkheid.
Op de expositie in Arnhem schitterde het bekende schilderij van Millais door afwezigheid. Waarschijnlijk was het budget niet toereikend maar eigenlijk pakt dit wel goed uit. Wellicht was er bewust voor gekozen
om Ophelia in een eigentijdse setting te plaatsen. De link naar het oorspronkelijke verhaal was in sommige gevallen wel wat waterig. Dat neemt niet weg dat de expositie zo was samengesteld, dat er een zekere eenheid in sfeer ontstond, waarbinnen het verlangen naar een andere wereld op verschillende manieren werd ingekleurd.
In de sprookjesachtige foto van Alessandra Sanguinetti worden we meegenomen in de fantasiewereld van twee Argentijnse meisjes. Een foto van Gregory Crewdson toont ons een heel ander, zorgvuldig geregisseerd beeld van een vrouw in lingerie, die drijft in een ondergelopen interieur. De grote pasteltekening van Iris van Dongen laat Ophelia schitteren in het maanlicht en doet weer herinneren aan de genoemde prerafaëlieten.
Zo blijft Ophelia in telkens nieuwe gedaantes voortleven.
.
.
Tom Hunter, Ophelia - The Way Home (2000)
. Na het tonen van al dit fraais moet me hier toch iets van het hart. Wat is er precies mooi aan de dood van een jonge vrouw? Is dit niet een levensgevaarlijk idee, een vals geromantiseerd beeld? Dienen de poëtische poespas van Shakespeare en de prachtige beelden er niet louter toe om de afschrikwekkende feiten te verbloemen?
Wellicht maken ook al deze vragen deel uit van de ambivalente fascinatie voor Ophelia, de kwetsbare vrouw, verlangend naar een andere wereld, zwevend tussen hemel en aarde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten