zaterdag 26 februari 2011

In het licht van de samenzwering

.
Rembrandt van Rijn - De samenzwering van Claudius Civilus, 1666
.
.
   De zwaarden worden met elkaar verbonden, de schaal met wijn of misschien wel bloed wordt geheven. Het licht dat van de tafel lijkt op te stijgen zet de verweerde, misvormde gezichten van de oude mannen in een heldere gloed. Van welke geheimzinnige gebeurtenis zijn we hier toeschouwer, welke noodlottige
beslissing is hier zojuist genomen?
   De leider van het stelletje ongeregeld mist een oog. Hij doet geen moeite dit te verbergen. Met zijn ene oog kijkt hij ons onverschrokken aan. Het is Claudius (of Julius) Civilis die aan het begin van onze jaartelling de opstand van de Batavieren tegen de Romeinen leidde. We zijn getuige van het moment waarop het plan wordt gesmeed. Helaas bleken de dappere oude krijgers niet opgewassen te zijn tegen de Romeinse overmacht. De opstand zou worden neergeslagen.

   Met dit werk van Rembrandt liep het niet veel beter af. Het was bestemd voor het nieuwe stadhuis, het Paleis op de Dam, maar zou daar maar korte tijd blijven hangen. In de ogen van de opdrachtgevers had het een pronkstuk moeten worden, een lofzang op ons roemruchtige verleden.
    Daar had Rembrandt geen boodschap aan. Hij wenste zich niet te laten leiden door de heersende smaak,
wilde geen geïdealiseerd beeld voorschotelen, maar onze voorvaderen tonen zoals ze er werkelijk uit moeten hebben gezien. Barbaren, ruwe, door de strijd getekende kerels.
   De notabelen vonden zijn werk maar niets, te donker, te weinig heroïsch. Binnen een jaar gaven ze hem de opdracht het schilderij weer weg te halen. Uit woede om zo veel onbegrip heeft hij het doek eigenhandig in stukken gesneden om op de markt te kunnen verpatsen. Eeuwig zonde.
   Het resterende doek is maar een vijfde van het oorspronkelijke werk en maakt deel uit van de collectie van het Nationaal Museum in Stockholm.

   Het schilderij is kenmerkend voor zijn latere periode. Het werk is ruw, schetsmatig haast en schijnbaar onaf, maar juist daardoor zo dynamisch en levensecht. Je kunt er tijden naar kijken, steeds lichten er weer nieuwe details op, een gelaatsuitdrukking of een bijzonder gebaar.
   Al een paar weken vult het schilderij de achtergrond van het bureaublad van mijn laptop. Om zo veel mogelijk te kunnen zien heb ik alle icoontjes naar de rand geschoven. Zelfs binnen deze extra lijst blijft het prachtig om te zien, blijft het werken.
   Als toegift nog wat andere afbeeldingen, die ik voor zich laat spreken. Ze zijn veelzeggend genoeg.
.


De kunstenaar in zijn studio, 1629

.

Het feest van Balthasar, 1635

.

Meisje bij het raam, 1645
.


Badende vrouw (Hendrickje Stoffels), 1654
.


Bathseba na het bad, 1654
.

.
Rembrandt van Rijn, zelfportret, 1665
.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten